In het herbestemmingsproject van de Leopoldskazerne in Gent gaat het Nelson Hotel met de meeste aandacht lopen. De bouwheer stelde dan ook straffe eisen aan deze reconversie. Respect voor het authentieke karakter en een wowfactor door verrassingseffecten moeten naadloos gecombineerd worden met maximale duurzaamheid en optimaal comfort. Kortom: een uitdaging om u tegen te zeggen.
De site van de voormalige Leopoldskazerne wordt op initiatief van de Provincie Oost-Vlaanderen (samen met privépartners) opengewerkt en omgebouwd tot een levendige stadsbuurt met tal van functies. Deze zal onder meer plaats bieden aan het Provinciehuis, het Provinciaal Centrum voor Volwassenonderwijs, 82 appartementen, tien gezinswoningen, een kinderopvang, vorming- en vergaderlokalen, een multifunctionele ondergrondse ruimte, het HISK en Defensie. En dus ook aan het derde hotel van JAM Hotels … “Dit wordt ondergebracht in de vleugel aan de Gaspar de Creyerstraat, een gebouw van vijf niveaus en een bruto-oppervlakte van 7230 m²”, vertelt Guy Delcour, Senior Project Manager bij CIT Blaton. “Het is de bedoeling om er 108 kamers te voorzien, alsook een buitenzwembad, twee grote terrassen en een rooftopbar op de vijfde verdieping met een panoramisch zicht op Gent en een restaurant op het gelijkvloers. En dit allemaal in een duurzaam en verrassend kleedje.”
Om deze steile ambities te realiseren, moesten alle oude inrichtingen en technieken worden afgebroken. Guy Delcour: “Eigenlijk hebben we het gebouw quasi integraal gestript. Daarnaast hebben we twee van de vijf dakstructuren volledig vernieuwd én het hoofddak van het middelste gebouw ingrijpend aangepast. Daar moesten we immers grote buitenvolumes creëren om de twee terrassen en het zwembad te realiseren. In totaal zijn er ook 48 nieuwe dakkapellen gebouwd of aangepast. De natuurleien zijn waar mogelijk plaatselijk hersteld of herlegd, maar voor de vernieuwde daken werden kunstleien met eenzelfde uitzicht als de originele exemplaren toegepast. Verder hebben we op de vierde en vijfde verdieping nieuwe vloerplaten voorzien, respectievelijk van 400 en 350 m². Er kwamen ook twee nieuwe liftschachten en meerdere nieuwe betonnen trappen en tussenbordessen. Deze werden trouwens ter plaatse gestort in polybetonafwerking.
Om aan de hoge normen van JAM Hotels inzake duurzame ontwikkeling te voldoen, werd besloten om te streven naar een BREEAM-certificaat voor renovatie en inrichting voor niet-huishoudelijk gebruik. “Het ambitieniveau voor het project is ‘Very Good’, wat voor een renovatie redelijk ambitieus is”, aldus Guy Delcour. “Daarnaast hebben we op de werf een reeks milieumanagementmaatregelen geïmplementeerd. Het belangrijkste doel daarvan was om de impact van de bouwplaats op het milieu en de buurt te beperken en het welzijn van de werknemers te garanderen. De nadruk lag op afvalvermindering, recycling en hergebruik, evenals energiemonitoring en energie- en waterbesparende maatregelen.”
In dit project speelde CIT Blaton vooral een coördinerende rol. “Weliswaar hebben we – gezien de complexiteit – de volledige ruwbouwaanpassingen met eigen gespecialiseerde teams uitgevoerd”, vertelt Guy Delcour. “Deze werken waren vooral uitdagend omdat er veel ‘onderdaks’ moest worden gewerkt. De afbraakwerken, waterdichtingen, het aluminium buitenschrijnwerk, daktimmerwerk en de buitenschilderwerken werden uitbesteed aan externe partijen. Deze coördinerende rol liep niet altijd van een leien dakje. Het combineren van de nieuwste technische voorzieningen met de architectuurplannen dwong ons werfteam om telkens opnieuw naar oplossingen te zoeken. Een renovatie van deze omvang heeft immers elke dag wel verrassingen in petto. Vandaar dat er in de loop van het bouwproces zeer regelmatig aanpassingen zijn geweest om het project praktisch uitvoerbaar te houden. Misschien was het zelfs daarom dat de realisatie van het Nelson Hotel precies op onze leest geschoeid was. Creatief omgaan met dergelijke uitdagingen en tegelijkertijd de deadline respecteren is immers waarvoor we gekend zijn.” Het gebouw werd half februari wind- en waterdicht opgeleverd. De bouwheer staat zelf in voor de verdere afwerking.