BEFREN

Platform on hotel management, interior design and design in Flanders
Horecaveteraan aan het woord: de toekomst van gastvrijheid
Ludo Geurden volgde zichzelf op als voorzitter van Horeca Vlaanderen in 2022.

Horecaveteraan aan het woord: de toekomst van gastvrijheid

Ludo Geurden is nog een echt horecabeest. De sympathieke Genkenaar is voorzitter van Horeca Vlaanderen, voorzitter van de adviesraad Toerisme Vlaanderen, lid van de raad van bestuur van Toerisme Limburg en maakt deel uit van de hotelcommissie die tweemaandelijks onder de vlag van Horeca Vlaanderen wordt georganiseerd. Bovendien vertegenwoordigt hij zowel Vlaanderen, Brussel als Wallonië voor Hotrec, de Europese koepelorganisatie voor de belangenverdediging van de horecasector.

Vertegenwoordigers van horecafederaties uit meer dan dertig Europese landen ontmoetten elkaar in Brussel.

“In 1985 maakte ik de overstap van de bier- naar de hotelsector”, steekt Ludo van wal. “Ik begon bij Accor Group te werken, waar ik eerst het Sofitel in Diegem-Zaventem met 125 kamers en diverse faciliteiten beheerde. Blijkbaar deed ik dat niet slecht en zo kreeg ik ook de leiding over het Sofitel in Den Haag. Mijn reputatie in de sector groeide. Dus toen Accor zijn debuut maakte met een Mercure-hotel in België, gelegen in Evere, moesten ze niet lang zoeken naar een general manager die het project vanaf de beginfase kon leiden. Bovendien werd mij de leiding over een hotel bij het Leidseplein in Amsterdam toevertrouwd. Met de groei van Mercure, vroegen ze me vervolgens als verantwoordelijke voor Noord-Duitsland. Dus ik bouwde in een relatief korte termijn heel wat ervaring op in de edele hotelsector.”

Van bier tot hotellerie – bis

“Maar je kan het al raden, na een aantal omzwervingen, onder andere opnieuw in de biersector, wilde ik wel eens mijn eigen hotel runnen”, vervolgt de ambitieuze manager. “Mijn broer Peter, ook actief in de hotelbranche, bracht het Mardaga-hotel in As onder mijn aandacht. Na wat wikken en wegen waagde ik, op mijn 48ste, dan toch de sprong. Destijds genoot de Mardaga een reputatie als voormalig sterrenrestaurant, maar was het een beetje van zijn glans verloren. Wij begonnen met de renovatie vanaf de basis. Het hotel en restaurant floreerden al snel, waarbij het restaurant een score van 14/20 behaalde in Gault&Millau. Door de week ontvingen we veel zakenmensen en in het weekend trokken we fietsers en wandelaars aan. Filmmaker Jan Verheyen huurde het hotel zelfs een maand lang voor de opnames van zijn film ‘Collega’s 2.0’. Sentower Paardencentrum was een trouwe klant, net als prinses Latifa van Dubai, die het hele hotel boekte voor haar personeel en bodyguards, en zelfs voor de nanny van haar honden.”

“Toen ik de zestig naderde, begon ik na te denken over hoe lang ik nog door wilde gaan. Klanten en ondernemers Giuliano Bruno, Jos Haumont en Luc Didden, die regelmatig over de vloer kwamen, toonden al interesse om het hotel over te nemen. Uiteindelijk hakten we de knoop door en in maart 2021, te midden van de coronacrisis, vond de verkoop plaats. We bezoeken het hotel nog af en toe en zijn blij om te zien dat het uitstekend draait.“

België was in 2023 gastland voor de 87ste Algemene Vergadering van HOTREC. Een voorbode voor het voorzitterschap in 2024.

De strijd om rendabiliteit

“Het hoeft niet gezegd te worden dat de volledige hotelsector uit een serieus dal aan het kruipen is. Langzaam, wel. In de Hotelcommissie horen we de eerste voorzichtige geluiden van optimisme. Brussel, Antwerpen, Brugge, … floreren terug en spreken van mooie bezettingsgraden. Wat dan weer wel serieus onder druk komt te staan, zijn de marges. De gemiddelde kamerprijs heeft flink last van concurrentie. Bovendien ging de personeelskost zo maar eventjes met elf à twaalf procent de hoogte in. En de prijzen voor grondstoffen – voor bijvoorbeeld ontbijten – gingen met 25 procent omhoog.“

“België staat hier zeker niet alleen in. Via Hotrec vernamen we dat deze fenomenen zich wereldwijd voordoen. We kregen ondertussen de Griekse minister van Toerisme zo ver dat er een congres zal worden georganiseerd, waar zowat iedereen uit de hospitalitysector, vliegtuig- en cruisemaatschappijen, … samenkomt om te zien hoe we deze situatie het best aanpakken. Op korte en op lange termijn. Want prijselasticiteit kent ook zijn grenzen. Hetgeen je tegenwoordig moet betalen om iets te gaan eten of ergens te overnachten, dat swingt de pan uit. Zeker voor de zakenman. Meestal zijn dat korte verblijven, je gaat iets eten, je slaapt ergens en gaat er de volgende ochtend weer vandoor. Dat kan en mag ook geen vele honderden euro’s kosten.”

Meer dan honderd afgevaardigden kwamen samen ter gelegenheid van de 87ste Algemene Leden­vergadering van de Europese koepelorganisatie voor de belangenverdediging van de horecasector HOTREC.

Innovatie gastvrijheid

“Ik geloof in een gedeeltelijke automatisatie van het hotelwezen. Het moet zo’n vijftien jaar geleden zijn dat ik Vincent Goemare van Stardekk zijn Cubilis-software testte in Limburg. Je kon dan plots met een druk op de knop al je boekingskanalen synchroniseren. Dat ging als een lopend vuurtje rond en voor je het wist bood Vincent in heel Europa zijn software aan. Dus ik geloof wel in automatisering. Gedeeltelijk. Want ik leerde recent dat je nu al camera’s hebt die automatisch de gemoedstoestand van je hotelgasten meten. We moeten daar misschien niet in overdrijven. Hospitality zal altijd een menselijke kant hebben. Het persoonlijk contact, het buikgevoel, een handdruk, … is eigen aan de sector. Geen enkele robot kan dat vervangen.”

“De hotellerie staat qua professionele insteek wel een stuk verder dan de rest van de horeca, vind ik. Toen ik nog in de hotelmanagementschool zat, had je een front office manager, een room division manager, … Nu heb je ook een revenue manager, die zich bezighoudt met de prijspolicy van de hotels. Dat zijn toch allemaal positieve tekens, vind ik, en wijzen op ver doorgedreven professionalisering van de sector.”

Ludo Geurden, horecabeest pur sang.

De rol van hotelmanagementscholen

“Misschien moet in bepaalde steden eens goed nagedacht worden over een hotelstop en/of -limiet. Kijk, je hebt x aantal kamers, maar die moeten op 365 dagen wel ingevuld worden. Als je 150 dagen hebt op een jaar waar dat niet zo is, dan kom je vroeg of laat in de problemen. In Vlaanderen is er wel een mooie mix, van simpele gastenkamers tot de vijfsterrengelegenheden als La Butte aux Bois, de Botanic, … Zo cater je aan iedereen en dat is op lange termijn altijd goed.”

“Misschien moet er ook maar eens nagedacht worden over een ordentelijk congrescentrum in Vlaanderen, voor internationale beurzen, meetings, … Zo bezochten we recent Bilbao. Vroeger was dat zware industrie. Door economische omstandigheden hebben ze die stad op een bepaald moment moeten herdenken. Nu is daar een weelde aan groen, congressen, musea, hotels, toerisme, … Ook in Kopenhagen zag je dezelfde beweging. En zo kan je van ieder land of van iedere stad wel iets leren om hier te implementeren.”

“Qua hotels komt het wel goed, hoor. Weet je waaruit ik dit kan afleiden? De hotelmanagementscholen. Die leveren echt heel goed werk. Ik geef regelmatig in Brugge, op de Hogeschool VIVES, een workshop aan de tweedejaars hotelmanagement. En dat zijn toch heel gemotiveerde jonge mensen, hoor. Vroeger had je een enkele school, nu heeft bijna elke grote stad wel een locatie waar toekomstige hotelmanagers aan de schoolbanken plaatsnemen. De toekomst van de sector zit dus wel snor.” 

"*" indicates required fields

Send us a message

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details

Kunnen we je helpen met zoeken?